Definitie
Een restrictieve eetstoornis kan het best omschreven worden als een verkeerde identificatie van de hersenen, die voedsel als bedreiging ziet. Het is momenteel gedefinieerd als een psychische aandoening in de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Illness (DSM), maar er worden tegenwoordig steeds meer wetenschappelijke bewijzen gevonden dat het om een neurologische afwijking gaat.
Classificatie
De DSM splitst het restrictieve eetstoornis spectrum in drie classificaties met verschillende definities van verschillende subtypes:
- Anorexia Nervosa
- Boulimia Nervosa
- Eetstoornis Nao (niet anderszins omschreven).
Onder NAO vallen ook eetstoornissen die geen verband houden met restricties: Binge Eating Disorder (BED) en Night Eating Syndrome (NES). Door deskundige onderzoekers worden
BED en NES niet beschouwd als op zichzelf staande eetstoornissen en zijn niet neurologisch gerelateerd aan restrictieve eetstoornissen.
Tegenwoordig wordt ook steeds vaker de term Orthorexia genoemd, die wellicht ook binnen het restrictieve eetstoornis spectrum zou vallen.
Symptomalogie
“… Extreme voedingspatronen met terughoudendheid, restricties, eetbuiten, compensatiegedrag (zelfopgewekt braken en misbruik van laxantia), bewegingsdrang en extreme lichaamsbeweging, het controleren en/of vermijden van het lichaam en een overdreven beoordeling en beheersing over eten, vorm en gewicht”.
Transdiagnostiek erkent het feit dat de symptomen van restrictieve eetstoornissen kunnen verschuiven van ene naar de andere, tegelijk tot uiting kunnen komen en/of dat symptomen na verloop van tijd kunnen veranderen.
Ik geef de voorkeur aan de volgende symptoomomschrijving:
- Voedselinname vermijden
- Voedselinname vermijden, met reactieve eetsessies als reactie op de verhongering
- Proberen om een reactieve eetsessie te herstellen door misbruik van laxantia, diuretica en/of zelfopgewekt braken
- De angst die geassocieerd is met eten te verminderen door (vaak extreme) lichaams-beweging
- De angst die geassocieerd is met eten te verminderen door star vast te houden aan het eten van ‘gezond’ voedsel.
Oorzaken
Een restrictieve eetstoornis is een erfelijke neurologische aandoening. De genetische kernmerken zijn nog niet volledig geïdentificeerd, maar doorgaans houdt de aandoening zich slapende en wordt geactiveerd door omgevingsfactoren. De aandoening is in alle menselijke populaties aanwezig. Er wordt verondersteld dat restrictieve eetstoornissen in onze genen zijn blijven bestaan als overlevingsvoordeel.
Er zijn allerlei fraaie onderzoeken gedaan naar de aannemelijke suggestie dat het Dopamine beloningssysteem in de hersenen van mensen met een restrictieve eetstoornis anders zijn dan dat van gezonde controlepersonen. Er zijn dan ook al tal van boeiende dingen op de hersenstructuren aangewezen, die al dan niet betrokken zijn bij de misidentificatie van voedsel als de vijand. Er zijn echter veel betere sites en boeken over dit onderwerp dan deze tekst. Daarom verschaf ik, als leek, informatie vanaf het moment dat de restrictieve eetstoornis wordt geactiveerd.
Activatie
Eén van de ongelukkige aspecten van het herstel van een eetstoornis, is dat sommige dingen in je lichaam verandert zijn door je eetstoornis, dingen die niet voorkomen bij mensen zonder eetstoornis. Daarom zal ik eerst uitleg geven over de verschuivingen die optreden wanneer eetstoornis-genetische mutaties geactiveerd worden door verhongering.
Als iemand met een eetstoornis en iemand zonder eetstoornis beiden verhongeren, zullen bij beide hun Leptine niveaus dalen. Leptine is een hormoon die de stofwisseling, eetlust, botvorming en reproductieve hormoonvorming beheert. Als we op gezond gewicht zitten en voldoende energie binnenkrijgen, dan is ook de Leptine op een optimaal niveau. Als ze dalen, gebeuren er twee dingen: 1) de stofwisseling wordt onderdrukt en 2) de eetlust neemt toe.
Bij de persoon met eetstoornis, worden door verhongering bepaalde genen geactiveerd die de normale functie van neurotransmitters in de hersenen veranderen. Het zijn deze veranderde neurotransmitters die de angstige en dwangmatige gedachten, gevoelens en gedragingen rondom eten en gewichtstoename opwekt. Een persoon zonder eetstoornis zal zeggen dat hij zich geïrriteerd, vermoeid en hongerig voelt als hij honger heeft. De dalingen in de Leptine niveaus creëren onaangename stemmingen en extreme honger als signaal naar de hersenen dat het tijd is om te gaan eten om energie binnen te krijgen. De persoon met eetstoornis zal daarentegen zeggen dat ze geen honger heeft. Hoewel experts betwisten of ze daadwerkelijk geen honger voelt, is het duidelijk dat ze zich rustiger en energieker voelt en geen negatieve gevoelens lijkt te ervaren (emotioneel afgestompt), als het gevolg van het onderdrukken van de honger. De “eetgestoorde” neurotransmitters zijn in staat om te negeren wat de dalende Leptine niveaus zouden moeten triggeren: een onaangename stemming en de behoefte om te eten.
Eén derde van alle mensen die diëten, eindigen uiteindelijk in het Restrictieve Eetstoornis Spectrum. Indien deze onbehandeld blijven, is de kans groot dat ze levenslang angsten en obsessies rondom voedsel en gewicht zullen houden. Ze kunnen op elk moment in hun leven klinische eetstoornissen ontwikkelen als gevolg van levens stressoren (van bijvoorbeeld een griepje tot aan een relatiebeëindiging). Ook kunnen ze binnen het spectrum heen en weer gaan tussen verschillende eetstoornissen of veel facetten van hetzelfde spectrum tegelijk uiten (Anorexia, restrictie / reactieve eetcycli, Boulimia, Orthorexia (extreme focus op gezonde voeding) en Anorexia Athletica (extreme lichaamsbeweging)).
Indien mensen zonder eetstoornis en mensen met eetstoornis voorafgaand aan een verhongering van hetzelfde leeftijd / gewicht / lengte waren en ze beiden weer op hun gewicht komen die zij voorafgaand aan de verhongering hadden, keren de mensen zonder eetstoornis terug naar een optimaal Leptine niveau, terwijl verschillende studies een vermindering / afwijking in de Leptine niveaus suggereren bij mensen met een eetstoornis.
Steven Grinspoon en zijn collega’s ontdekten in hun studie dat de Leptine niveaus bij Anorexia patiënten suboptimaal leken te blijven ondanks volledig gewichtsherstel, terwijl Christos Mantzoros en zijn collega’s uit hun steekproef konden opmaken dat het Leptine Niveau bij Anorexia patiënten zich juist snel leken te normaliseren. Deze tegengestelde resultaten kunnen misschien beter te verklaren zijn door Abdul Dulloo en zijn collega’s, die de gegevens van het Minnesota Starvation Experiment opnieuw geanalyseerd hebben: dat het lichaam twee verschillende zelfregulerende mechanismes heeft, die tot vraatzucht leiden na een periode van honger en dat deze mechanismen afzonderlijk afkomstig zijn van zowel vette als magere weefsels in het lichaam.
De vertaling van dit alles is dat patiënten tijdens het herstel van restrictief eten normale metabole reacties hebben, binnen de variatie die we ook zien bij controlepersonen zonder eetstoornis, zoals blijkt uit het Minnesota Starvation Experiment.
Leptine werkt als een gating hormoon voor de normale werking van geslachtshormonen. Een patiënte waarbij het gewicht hersteld is, heeft voldoende Leptine in haar systeem nodig om de functies van voortplanting, botvorming en neurotransmitters te normaliseren. Voor vrouwelijke patiënten waarbij het gewicht hersteld is, maar hun menstruatie nog niet is teruggekeerd, weten we dat er verdere gewichtstoename nodig zal zijn om de functiehervatting van de reproductieve hormooncycli, botvorming en neurotransmitters te normaliseren.
Statistieken en prognoses
Restrictieve eetstoornissen zijn in de leeftijd tussen de 15 en 24 jaar 12 keer dodelijker dan alle andere doodsoorzaken in die leeftijdscategorie (met inbegrip van auto-ongelukken).
De percentages van herstel variëren van 3% tot 96% en de percentages van terugval variëren van 35% tot 50%. Het herstelpercentage van de Maudsley Methode is bij een nabehandeling van 12 tot 36 maanden 75%.
Gestandaardiseerde sterfte ratio’s (SMR’s) voor de restrictieve eetstoornissen variëren tussen de 1,92 – 10,5. Een SMR is een wetenschappelijke wijze om het verhoogde risico van overlijden door een bepaalde aandoening in vergelijking met een willekeurige groep gezonde mensen te identificeren. De SMR voor een willekeurige gezonde groep is vastgesteld om 1,00.
Omdat de doodsoorzaken van mensen met een restrictieve eetstoornis uiteenlopen van hartfalen tot zelfdoding, zijn nauwkeurige cijfers lastig vast te stellen, omdat de onderliggende aandoening (namelijk een eetstoornis) niet aangegeven wordt op de overlijdensakte.
Over het algemeen wordt de prognose gehanteerd dat 50% van de patiënten volledig en blijvend herstellen en de resterende 50% worstelt met chroniciteit, sociale achteruitgang, progressieve gezondheidsproblemen en vroegtijdig overlijden.
Kortom, het is een zeer ernstige en dodelijke neurologische aandoening!